news

Huis / Blog / Wat zijn de veilige bedieningsprocedures voor bosmaaiers?

Wat zijn de veilige bedieningsprocedures voor bosmaaiers? Gepost door : beheerder / Geplaatst op : Feb 01,2021

1 Controleer voor gebruik:
1.1 Controleer of het veiligheidsapparaat stevig is, of de schroeven en moeren van elk onderdeel los zitten en of de brandstof lekt. Vooral of de installatieschroeven van de messen en de schroeven van de versnellingsbak vastzitten, als ze los zitten, moeten ze worden vastgedraaid.
1.2 Controleer of er draden, stenen, metalen voorwerpen en ander vuil zijn die de bediening in het werkgebied belemmeren.
1.3 Controleer het mes op inkepingen, scheuren, bochten, enz. Of er abnormaal geluid is, controleer of het mes goed is vastgeklemd.
1.4 Zorg er bij het starten voor dat de bosmaaier niet op de grond staat of op een plaats met obstakels staat.
1.5 Zorg er bij het starten van de motor voor dat er geen mensen in de buurt zijn. Zorg ervoor dat het mes van de grond is voordat u begint.
1.6 De chokedeur moet worden geopend als de temperatuur laag is en de chokedeur mag niet worden gebruikt als de auto heet is.
1.7 Trek eerst het startkoord langzaam uit totdat het niet meer beweegt en trek het daarna snel en krachtig naar buiten na het terugkaatsen.
1.8 Wanneer er geen belasting is, moet de gashendel worden verplaatst naar stationair toerental of lage gasklepstand om weglopen te voorkomen; tijdens het werken moet het gas worden verhoogd.
1.9 Start de motor niet binnenshuis.
2 Technisch onderhoud
2.1 De inlooptijd van de nieuw geleverde bosmaaier is vanaf het begin van het gebruik tot de derde olievulling. Laat de motor tijdens het gebruik niet onbelast op hoog toerental draaien, om de motor tijdens de inrijperiode niet extra te belasten.
2.2 Laat de motor na een lange tijd vollast werken tijdens de werkperiode een korte tijd stationair draaien zodat de koelluchtstroom de meeste warmte kan wegnemen, zodat de onderdelen van het aandrijfapparaat (ontstekingsapparaat, carburateur) veroorzaakt geen nadelige gevolgen door warmteaccumulatie.
2.3 Onderhoud van het luchtfilter. Stel de luchtdeur in op de choke-stand om te voorkomen dat er vuil in de aanzuigleiding komt. Plaats het schuimfilter in een schone, niet-brandbare reinigingsoplossing (zoals heet zeepsop) om te wassen en te drogen. Vervang het viltfilter. Als het niet te vuil is, kun je er een beetje op tikken of blazen, maar het viltfilter kan niet worden schoongemaakt. Het beschadigde filterelement moet worden vervangen.
2.4 Inspectie van de bougie. Controleer bij onvoldoende motorvermogen, startproblemen of storing bij stationair draaien eerst de bougie. Reinig de vervuilde bougie, controleer de elektrode-afstand, de juiste afstand is 0,3 mm, stel deze zo nodig bij. Om vonken en brandgevaar te voorkomen, moet u de moer op de schroefdraad draaien en vastdraaien, en de bougie stevig op de bougie drukken.
3 Vereisten voor veilige bediening:
1 De bediener moet worden opgeleid en de gebruiksaanwijzing aandachtig lezen voordat deze voor de eerste keer wordt gebruikt.
2 Het is ten strengste verboden de bosmaaier te bedienen na drinken, vermoeidheid of ziekte.
3 Draag nauwsluitende tops en broeken met lange mouwen. Draag geen korte mouwen, rokken, sjaals, stropdassen en werkjassen voor huiswerk.
4 Draag indien nodig werkkleding en bijbehorende arbeidsbeschermingsmiddelen, zoals helmen, veiligheidsbrillen, handschoenen en werkschoenen.
5 Zet de motor af voordat u gaat tanken. Wanneer er geen brandstof is wanneer de motor tijdens het werk opgewarmd is, moet deze 3 minuten worden gestopt en moet de motor worden afgekoeld voordat er wordt bijgetankt en mag de brandstof niet overlopen. Als de lekkage optreedt, moet deze worden schoongeveegd voordat u tankt. Nadat u brandstof aan de bosmaaier hebt toegevoegd, verplaatst u de machine naar een andere veilige plaats om te starten.
6 Rook niet tijdens het gebruik van de machine of in de buurt van de machine om brand te voorkomen.
7 Zet tijdens onderhoud en reparatie de motor af en verwijder de hoogspanningskabel van de bougie.
8 Houd irrelevant personeel uit de buurt van het werkpunt op 3 m afstand om schade door weggeslingerde messen en puin te voorkomen.
9 Let op de afstelling van het stationair toerental en zorg ervoor dat de snijkop de rotatie niet kan volgen nadat u de gashendel loslaat.
10 De veiligheidsinrichting moet vóór gebruik stevig worden gemonteerd.
11 Als u in botsing komt met harde voorwerpen zoals stenen, ijzerdraden, of als het mes wordt geraakt, moet de motor worden uitgeschakeld. Controleer of het mes beschadigd is, als er een abnormaal fenomeen is, gebruik het dan niet.
12 Voer geen handelingen uit om uitglijden op regenachtige dagen te voorkomen; voer geen werkzaamheden uit bij zwaar weer, zoals winderig weer of dichte mist.
13 Bij langdurig gebruik in het midden rusten en controleren of alle onderdelen loszitten, vooral het mesgedeelte.
14 Tijdens het gebruik is het belangrijk om de handgreep vast te houden en om het evenwicht te bewaren, moet u uw voeten goed spreiden.
15 Wanneer de werking wordt onderbroken of verplaatst, moet eerst de motor worden gestopt.
16 Tijdens het transport van de machine moet de motor uitgeschakeld zijn. Bij het transporteren of opslaan van de machine moet er een beschermingsvoorziening op het mes zitten en moet het mes naar voren worden bewogen.
17 Alleen plastic touw mag als snijkop worden gebruikt en staaldraad is ten strengste verboden om plastic touw te vervangen.3
BG430B背包割草机